* J. Bransen, Laat je niets wijsmaken. Over de macht van experts en de kracht van gezond verstand

 

 

Kampen

Klement

2013

256 p.

ISBN 9789086871186

€ 19,90

 

 

inhoudachterflap

Ons leven uitbesteden aan experts, het is wat we in steeds grotere mate zijn gaan doen. En niet alleen als het gaat om een verbouwing of om de aanschaf van een nieuw huis. Nee, ook wanneer het ons dagelijks leven betreft, onze relaties met anderen en onszelf lijken we in toenemende mate een beroep te doen op mensen van wie we vermoeden dat ze deskundiger zijn dan wij, zoals coaches en therapeuten. Dit is een ontwikkeling waartegen Bransen verzet aantekent.

Bransen doet dit in het eerste deel van zijn boek aan de hand van een gedachtenexperiment dat zich afspeelt op het Aristotelische eiland Endoxa. Op een narratieve, verhalende wijze, onderzoekt hij daar de werking van het gezond verstand door te bedenken hoe een groep van fictieve mensen met elkaar zou kunnen omgaan. Welke tussenmenselijke misstappen begaan ze, welke vergissingen maken ze en tot welke oplossingen komen ze?

In het tweede deel spitst Bransen toe op een aantal casussen, die zijn argument moeten verduidelijken. Hij voert enkele specialisten op: een hockeycoach, een wijkregiseur en een getuige-deskundige. Met deze voorbeelden maakt Bransen duidelijk dat experts, net als wij niet-deskundigen, uiteindelijk zijn aangewezen op hun gezond verstand. Daarmee wordt aannemelijk dat ook gewone mensen hun gezond verstand kunnen en moeten terug claimen.

Natuurlijk wil de auteur niet dat iedereen zijn eigen verzekeringsadviseur, computerspecialist of automonteur wordt. Ieder heeft zo zijn eigen kunde en talenten. Wel moeten mensen beter “mensen”, dat wil zeggen een beroep doen op hun gezond verstand waar het bijvoorbeeld gaat om hun relaties met andere mensen of om samenwerken met anderen.

Met dit pleit voor het goed gebruik van het gezond verstand houdt Bransen tegelijkertijd een pleidooi voor een open en onderzoekende houding ten aanzien van jezelf en van andere mensen om je heen betreft. Bransens boek is verder een pleidooi voor het aanspreken van andere mensen op wat ze doen en laten, maar ook zelf aangesproken worden door andere mensen.

Een winstpunt van die openheid, van aanspreken en aangesproken worden is bijvoorbeeld een grotere aandacht en begrip voor overeenkomsten en verschillen tussen jezelf en andere mensen, maar ook een beter zicht op wie je zelf bent: je mogelijkheden, onmogelijkheden en onvolkomenheden.

 

Bransen heeft een werkelijk boeiend, bijna meeslepend boek geschreven dat minstens een plaats verdient op de long list van de Socrates Wisselbeker volgend jaar. Ook de erin vervatte humor maakt Laat je niets wijsmaken de moeite van het lezen meer dan waard.